badkuip

Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bad·kuip
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bad en kuip
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | badkuip | badkuipen |
verkleinwoord | badkuipje | badkuipjes |
Zelfstandig naamwoord
- (sanitair) een waterreservoir (kuip) waarin één of enkele personen zich kunnen wassen en baden
- De kinderen speelden gezellig met zijn tweeën in de badkuip.
- Kent u ze nog, de lavetten van de beroemde Baarnse Ocrietfabriek? Het was een technische innovatie van de bovenste plank. Tot de komst van deze okerkleurige ronde granito badkuipjes, die voorzien van een kunststof schoep ook in staat waren om de was te draaien, bestond het doen van de was uit een zinken teil, ketels heet water, een geribbeld wasbord, een hard stuk Sunlight zeep en vooral veel tijd. [1]
- ▸ In de badkamer met een grote spiegel in een vergulde lijst was er met zichtbare tegenzin een moderne douchecabine aangebracht naast de antieke badkuip van email, die op vier bronzen pootjes in de vorm van leeuwenklauwen stond.[2]
Synoniemen
Vertalingen
1. een waterreservoir waarin één of enkele personen zich kunnen wassen en baden
Gangbaarheid
- Het woord badkuip staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "badkuip" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Volkskrant Jelle Reumer 22 juni 2010
- ↑ “Grand Hotel Europa” (2018), , ISBN 978-90-295-2622-7, p. 17
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Sanitair in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %