babywinkel

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ba·by·win·kel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord babywinkel babywinkels
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de babywinkelm

  1. winkel waar men artikelen kan kopen die men kan gebruiken bij de verzorging van heel kleine kinderen
     Corné van Hout pakt bestellingen in bij babywinkel Mamaloes.[1]
     Nederlandse webwinkels vragen geregeld om persoonlijke gegevens en wachtwoorden zonder dat er een slotje op de pagina zit. Bij babywinkel Prénatal kun je bijvoorbeeld je e-mailadres, wachtwoord, adres, geboortedatum en de verwachte bevaldatum achterlaten op een onbeveiligde site.[2]
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron “'Mensen die anders geen kans krijgen, krijgen hier wel de gelegenheid'” (VRIJDAG 4/12/2020), NOS
  2. Bronlink Weblink bron
    Marcia Nieuwenhuis
    “Koop je voor 30.000 euro online een tv, ligt wel je adres op straat” (10-11-2017), Tubantia