babylijkje
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: babylijkje (hulp, bestand)
- IPA: /ˈbebiˌlɛikjə/
Woordafbreking
- ba·by·lijk·je
Woordherkomst en -opbouw
Zelfstandig naamwoord
het babylijkje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord babylijk
Gangbaarheid
- Het woord 'babylijkje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.