babykleertjes

Uit WikiWoordenboek


Nederlands

babykleertjes
Uitspraak
Woordafbreking
  • ba·by·kleer·tjes
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord
verkleinwoord babykleertjes

Zelfstandig naamwoord

de babykleertjesm

  1. de kleine kleertjes voor een pasgeboren kind
     Gisteren werd er in de uitzending van Opsporing Verzocht aandacht besteed aan de zaak. De politie verwacht de komende dagen nog meer tips te ontvangen, omdat politie.nl en andere sites de babykleertjes tonen en Opsporing Verzocht vandaag wordt herhaald.[1]
     De buren van Laura H. in Leidschendam geloven niet veel van het verhaal dat het gezin naar Turkije zou gaan om vluchtelingen te helpen. "Het gezin verdween spoorloos en alles in de woning was er nog. Het licht brandde, er stonden pannen op het fornuis en de babykleertjes lagen er nog. En de vader van Iman, het dochtertje van vier, wist van niets."[2]
Synoniemen

Zelfstandig naamwoord

de babykleertjesmv

  1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord babykleren

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 26 januari 2023 Weblink bron “Politie Breda krijgt 45 tips over vondeling in tas” (Woensdag 4 maart 2015, 10:40), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 26 januari 2023 Weblink bron “Syriëgangster Laura H. voor de rechter” (Dinsdag 1 november 2016, 11:38), NOS