babydoll

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

babydoll
Uitspraak
Woordafbreking
  • ba·by·doll
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord babydoll babydolls
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de babydollm

  1. nachtkleding voor vrouwen bestaande uit een kort broekje en een loshangend hemdje
    • In het Celeste Bartos Forum van de New York Public Library toonden zestien modellen een aantal setjes uit de eerste serie die al op 26 september in de winkels hangt. Grijze slipjes met kant en een subtiel strikje werden afgewisseld met lichtroze babydolls, zwarte nachtjaponnen, kimono's en jarretels. Eerder romantisch dan speels, waarmee ze geen piepjonge fans, maar volwassen vrouwen zal aanspreken. [1] 
    • Meisjes werden van school gehaald, of gewoon van huis, uit hun families weggetrokken. Er waren speciale vrouwen in dienst om de meisjes op te maken zoals de Leider het wilde en ze strings en babydolls aan te trekken. [2] 
    • Ondergoed mag gezien worden, vindt ruim 55 procent van de 631 deelneemsters aan de Lingerie Enquête van VROUW. Zij schuwen een doorzichtig bloesje of een diep decolleté dan ook niet. Een derde koopt wel eens jarretels, een korset of een babydoll. [3] 
Synoniemen
Hyperoniemen

Gangbaarheid

87 % van de Nederlanders;
88 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. De Telegraaf MICHOU BASU 04 jan. 2016 Britney presenteert romantische lingerie
  2. De Telegraaf SANNE VAN BRUNSCHOT 26 sep. 2012 De prooi
  3. De Telegraaf FIDES CIBLAK 2012 07 nov. 2012 Vrouw verleidt met lingerie 07 nov. 2012 in VROUW
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be