baantjerijden
Uiterlijk
- baan·tje·rij·den
- samenstelling van baantje zn en rijden
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
baantjerijden |
||
onvolledig |
baantjerijden [1]
- (sport) op de ijsbaan heen en weer rijden
- Het woord baantjerijden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 13
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Onvolledig werkwoord in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Samengesteld werkwoord zonder vervoeging in het Nederlands
- Sport in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal