baanbehoud

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • baan·be·houd
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord baanbehoud -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het baanbehoudo

  1. instandhouding van werkgelegenheid, bij dezelfde baas in dienst kunnen blijven werken
     Tata Steel belooft een aantal bedrijfsonderdelen niet te verkopen of uit te besteden, waardoor banen binnen het bedrijf blijven. Een werkgelegenheidspact, waarin afspraken zijn gemaakt over baanbehoud, is verlengd tot 1 oktober 2026.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 9 december 2020 Weblink bron
    Jurriaan van Eerten
    “FNV en Tata Steel bereiken akkoord” (3 juli 2020) op nrc.nl op Wikipedia