běsní

Uit WikiWoordenboek

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /bjɛsɲiː/
Woordafbreking
  • bě·s·ní

Werkwoord

běsní

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van het imperfectieve werkwoord běsnit
  2. derde persoon meervoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van het imperfectieve werkwoord běsnit