běžet

Tsjechisch

Uitspraak

• IPA: /bjɛʒɛt/
• Geluid:  běžet    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• bě·žet

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van het Protoslavische *běžati

Werkwoord

běžet imperfectief gedetermineerd   

1. rennen; zeer snel lopen
2. lopen; voortgang maken
3. (běžet + o + accusatief ) gaan over, gaan om

   «Být či nebýt, to je to, oč tu běží.»

   Te zijn of niet te zijn, dat is het waar om het gaat.

4. draaien, lopen; werken, functioneren

Vervoeging

		enkelvoud	meervoud
eerste persoon		běžím	běžíme
tweede persoon	informeel	běžíš	běžíte
	formeel	běžíte
derde persoon		běží	běží

Schrijfwijzen

• Oude schrijfwijze: běžeti imperfectief

Synoniemen

1. běhat imperfectief, pádit, pelášit, uhánět, upalovat, utíkat
2. míjet, plynout, probíhat imperfectief
3. jednat se imperfectief, jít imperfectief, kráčet, týkat se
4. běhat imperfectief

Antoniemen

1. stát imperfectief
2. –
3. –
4. –

Anagrammen

• těžeb

Afgeleide begrippen

• běžení o
• běžící
• neběžet imperfectief

Verwante begrippen

běhávat imperfectief běžec mbezield běžný běh m běhoun m běžky vmv doběhnout perfectief

koloběh m koloběžka v náběh m nadběhnout oběhnout perfectief podběhnout perfectief proběhnout perfectief

průběh monbezield příběh monbezield rovnoběžka v rozběhnout perfectief seběhnout uběhnout perfectief

utéct perfectief volnoběh m výběh m zaběhnout perfectief zběh m zběhnout perfectief

Verwijzingen

• Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)