bývaly
Tsjechisch
Uitspraak
- IPA: /biːvalɪ/
Woordafbreking
- bý·va·ly
Werkwoord
bývaly
- onbezield mannelijk derde persoon meervoud verleden tijd van het imperfectieve werkwoord bývat
- vrouwelijk derde persoon meervoud verleden tijd van het imperfectieve werkwoord bývat
- onbezield mannelijk meervoud actief deelwoord van het imperfectieve werkwoord bývat
- vrouwelijk meervoud actief deelwoord van het imperfectieve werkwoord bývat