bûch
Middelhoogduits
Woordafbreking
- bûch
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van het Oudhoogduitse pûh
Zelfstandig naamwoord
bûch
- (anatomie) buik; het onderste deel van de voorkant van de romp van mens of dier dat van boven door het middenrif en van onderen door de bekkengordel begrenst is