böhmfluit
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- böhm·fluit
Woordherkomst en -opbouw
- eponiem, samenstelling van Böhm en en fluit zn ; vernoemd naar Theobald Böhm (1794-1881) , Duits fluitist en fluitbouwer
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | böhmfluit | böhmfluiten |
verkleinwoord | böhmfluitje | böhmfluitjes |
Zelfstandig naamwoord
- (muziekinstrument) een dwarsfluit met cilindrische boring en een door de fluitbouwer “Böhm” ontwikkeld kleppenmechaniek
Hyperoniemen
Verwante begrippen
- dwarsfluit, fagot, fluit, hobo, klarinet
Vertalingen
1. een dwarsfluit met kleppenmechaniek naar Böhm
Gangbaarheid
- Het woord 'böhmfluit' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.