bóc

Uit WikiWoordenboek

Vietnamees

Uitspraak
  • IPA: (Hanoi) /ɓɔk35/

Bijvoeglijk naamwoord

bóc

  1. geschild, zonder schil
    trắng như trứng gà bóc – wit als een geschilde zapote

Werkwoord

bóc

  1. schillen: de schil eraf doen
    bóc quả cam – een appelsien schillen
  2. uit de enveloppe halen
    bóc thư – een brief openen

Verwijzingen