axiomatisch
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: axiomatisch (hulp, bestand)
Woordafbreking
- axi·o·ma·tisch
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | axiomatisch | axiomatischer | |
verbogen | axiomatische | axiomatischere | |
partitief | axiomatisch | axiomatischers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
axiomatisch [1]
- van de aard van of zoals een axioma, berustend op axioma's
Gangbaarheid
- Het woord axiomatisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "axiomatisch" herkend door:
69 % | van de Nederlanders; |
85 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be