aviair

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  aviair    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• avi·air

Woordherkomst en -opbouw

• met het voorvoegsel avi- en met het achtervoegsel -air
• afgeleid van het Franse aviaire

	stellend
onverbogen	aviair
verbogen	aviaire

Bijvoeglijk naamwoord

aviair

1. van vogels afkomstig, vogel-

   • vanmorgen bezorgde een duif me een aviaire dropping 
   • aviaire influenza is een andere naam voor vogelgriep 

Vertalingen

    1.   

Frans: aviaire (fr)

Gangbaarheid

• Het woord 'aviair' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.