avgjøre

Uit WikiWoordenboek


Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • av·gjø·re
Woordherkomst en -opbouw
  • Afleiding van het Noorse werkwoord gjøre met het voorvoegsel av-.
Naar frequentie 3670
vervoeging
onbepaalde wijs avgjøre
tegenwoordige tijd avgjører
verleden tijd avgjorde
voltooid
deelwoord 		avgjort
onvoltooid
deelwoord 		avgjørende
lijdende vorm avgjøres
gebiedende wijs avgjør
vervoegingsklasse Klasse 3 zwak
opmerking

Werkwoord

avgjøre

  1. overgankelijk bepalen, beslissen
    «Baskerne kan avgjøre spanske valg.»
    De Basken kunnen de Spaanse verkiezingen beslissen.
  2. overgankelijk, (figuurlijk) de doorslag geven, de sleutel zijn voor iets
    «Målet avgjorde kampen.»
    De goal gaf de doorslag voor de wedstrijd.
Synoniemen
Afgeleide begrippen


Nynorsk

Werkwoord

avgjøre

  1. verouderde spelling of vorm van avgjera tot 2012
(verouderd) onbepaalde wijs van avgjøra en avgjøre

Werkwoord

avgjøre

  1. verouderde spelling of vorm van avgjere tot 2012
(verouderd) onbepaalde wijs van avgjøra en avgjøre
Overgenomen van "https://nl.wiktionary.org/w/index.php?title=avgjøre&oldid=4394517"