avergonzó

Uit WikiWoordenboek

Spaans

Werkwoord

vervoeging van
avergonzar

avergonzó

  1. derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito indefinido) van avergonzar
Overgenomen van "https://nl.wiktionary.org/w/index.php?title=avergonzó&oldid=3177662"