avdeling

Uit WikiWoordenboek

Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • av·de·ling
Woordherkomst en -opbouw
Naar frequentie 2323
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   avdeling     m: avdelingen
v: avdelinga  
  avdelinger     avdelingene  
genitief   avdelings     m: avdelingens
v: avdelingas  
  avdelingers     avdelingenes  

Zelfstandig naamwoord

avdeling, m / v

  1. afdeling (onafhankelijk deel van een geheel, bijv. het eerste deel van een concert)
  2. afdeling (organisatieonderdeel van een groter geheel, bijv. een ziekenhuisafdeling)
  3. (militair) eenheid (bijv. een troepeneenheid)
Hyponiemen
Afgeleide begrippen


Nynorsk

Uitspraak
Woordafbreking
  • av·de·ling
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   avdeling     avdelinga     avdelingar     avdelingane  

avdeling, v

  1. afdeling (onafhankelijk deel van een geheel, bijv. het eerste deel van een concert)
  2. afdeling (organisatieonderdeel van een groter geheel, bijv. een ziekenhuisafdeling)
  3. (militair) eenheid (bijv. een troepeneenheid)
Hyponiemen
Afgeleide begrippen