autovervoer

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • au·to·ver·voer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord autovervoer
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het autovervoero

  1. personenvervoer met behulp van een auto
     "Het kan lopend zijn, met autovervoer, busjes of bakfietsen. Het is even improviseren." Aan de meeste alternatieven hangt natuurlijk een prijskaartje. "Vandaag zijn we nog niet bezig met die extra kosten. Daar gaan we ons over buigen als de kinderen morgen op hun plaats van bestemming zijn."[2]
     Lyft is razendsnel uitgegroeid tot een geduchte concurrent voor Uber. Uber is nog wel een stuk groter en opereert ook buiten de VS. "Uber heeft een hele andere kijk op de wereld dan wij", legt Green uit. "Wij hebben nooit een betere taxi willen creëren. De markt voor gewoon autovervoer is veel groter dan voor taxivervoer. We willen die markt gebruiken en bespelen."[3]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 24 februari 2023 Weblink bron “Kinderdagverblijven regelen bakfietsen en auto's na verbod op Stints” (Maandag 1 oktober 2018, 22:06), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 24 februari 2023 Weblink bron
    Elger van der Wel
    “'Elke auto op de weg moet een Lyft worden'” (Dinsdag 17 maart 2015, 08:09), NOS