autoschadehersteller

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • au·to·scha·de·her·stel·ler
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord autoschadehersteller autoschadeherstellers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de autoschadeherstellerm

  1. (beroep) iemand de beschadigde auto's repareert
     'Doodzonde toch', zegt Jan Douma, al veertig jaar autoschadehersteller en de laatste jaren werkzaam bij restauratiebedrijf S2 Classics in Hengelo. 'Dit is het mooiste wat er is. Dingen maken met je handen. Of ik opvolgers heb? Dat is afwachten. Jongelui willen tegenwoordig niet meer met de handen werken. Die willen achter het bureau zitten, met een laptopje en een auto van de zaak. Het oude ambacht verdwijnt.'[1]
     Triest, heel triest, zo noemt Erik Westra (55) de pechgevallen die hij onderhand wekelijks in zijn zaak krijgt. De Nijverdalse autoschadehersteller schat dat wel 15 tot 20 procent van alle autoschade die hij herstelt door een niet te achterhalen onbekende is aangericht.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 4 augustus 2022 Weblink bron “Toekomst 'ronkende' oldtimers onzeker door gebrek aan kundige monteurs” (8 autustus 2022), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 4 augustus 2022 Weblink bron
    Martin Ruesink
    “Geen briefje achterlaten na schade: '1 op 5 automobilisten in Twente de dupe'” (06-12-2017), Tubantia