autoreus
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- au·to·reus
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van auto zn en reus zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | autoreus | autoreuzen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de autoreus m
- zeer grote autoproducent
- ▸ Hij was jarenlang de gevierde topman van de Japanse autobouwer Nissan-Mitsubishi, die een alliantie had met de Franse autoreus Renault. In 2019 werd hij door de Japanners ontslagen. Hij werd beschuldigd van malversaties voor tientallen miljoenen euro, onder meer ten koste van de in Nederland gevestigde joint-venture Nissan-Mitsubishi (NMBV). Volgens Ghosn is hij slachtoffer van een politiek complot in Japan van Nissan en justitie en dreigde in Japan een oneerlijk proces.[1]
Gangbaarheid
- Het woord autoreus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Gevluchte oud-Nissantopman bijt in het stof bij Amsterdamse rechtbank” (Donderdag 20 mei 2021, 14:59), NOS