autoreply

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • au·to·re·ply
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Engels
enkelvoud meervoud
naamwoord autoreply autoreply's
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de autoreplym

  1. een functie van een e-mailprogramma die ervoor zorgt dat iedere afzender van een e-mail automatisch een reactie krijgt
    • 'Autoreply' op verkeersbord: ‘Ik ben niet op kantoor, maar voelt u zich vrij werk te sturen dat vertaald moet worden.’ Deze tekst is terechtgekomen op een verkeersbord in Swansea (Wales, Groot-Brittannië). Een gemeentebeambte dacht dat het automatische antwoord dat hij ontving in Welsh de vertaling was van „geen toegang voor zware voertuigen”. [1] 
    • En zo zijn we weer terug bij het mailtje dat ze verstuurde naar haar vrienden en collega’s in Nederland en Zweden. Achteraf geneert ze zich er een beetje voor. „Ik heb iets verkeerd gedaan met de autoreply. Ineens ontvingen 13.000 contacten die mail, en sommige een paar keer. Vrienden sms’ten dat ze na dertig mails van mij ook wel toe waren aan een beetje rust.” [2] 
    • De volgende fase is het ‘detoxen’ van mijn e-mailverkeer. E-mail is volgens Ferriss een van de grootste tijdslurpers. Met een simpele ingreep is het e-mailverkeer drastisch teruggedrongen. Via een autoreply krijgen mailers voortaan standaard de volgende boodschap van mij retour:

      Beste relatie,

      Ik lees en beantwoord mijn e-mail tweemaal per dag, om 12.00 uur en om 16.00 uur. Dit doe ik om mijn productiviteit te verhogen. Als je mij dringend nodig hebt, ben ik natuurlijk bereikbaar op mijn mobiele nummer.

      Fijne werkdag, Marcus
      [3]
       

Gangbaarheid

88 % van de Nederlanders;
85 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. NRC 3 november 2008 'Autoreply' op verkeersbord
  2. NRC Rinskje Koelewijn 9 februari 2013 Digitale krant M ‘Ik ben extreem langzaam’
  3. NRC Marcus Polman 30 mei 2009 Mens, durf minder te werken
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be