autologisch
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: autologisch (hulp, bestand)
Woordafbreking
- au·to·lo·gisch
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | autologisch | autologischer | |
verbogen | autologische | autologischere | |
partitief | autologisch | autologischers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
autologisch
- met betrekking tot de autologie, identiek met hetgeen door het woord wordt aangeduid
Antoniemen
Gangbaarheid
- Het woord autologisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.