autogebruik
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: autogebruik (hulp, bestand)
Woordafbreking
- au·to·ge·bruik
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van auto en gebruik
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | autogebruik | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
autogebruik o
- hoeveel men daadwerkelijk met een auto rijdt
- Het autogebruik is de afgelopen decennia enorm toegenomen.
- Als de files maar genoeg toenemen zal het autogebruik niet verder kunnen stijgen.
Gangbaarheid
- Het woord autogebruik staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.