autobiografie

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • au·to·bio·gra·fie
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘eigen levensbeschrijving’ voor het eerst aangetroffen in 1809 [1]
  • afgeleid van biografie met het voorvoegsel auto-
enkelvoud meervoud
naamwoord autobiografie autobiografieën
verkleinwoord autobiografietje autobiografietjes

Zelfstandig naamwoord

de autobiografiev

  1. een beschrijving van het eigen leven.
    • De beroemde acteur schreef een autobiografie. 
    • Een autobiografie kan zeer belangwekkende informatie bevatten maar is vaak weinig objectief. 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen


Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /aʊ̯tɔbɪjɔgrafɪjɛ/
Woordafbreking
  • au·to·bio·gra·fie
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het zelfstandig naamwoord biografie met het voorvoegsel auto-

Zelfstandig naamwoord

autobiografie v

  1. autobiografie
Verbuiging
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen

Verwijzingen

Meer informatie