autobiograaf
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- au·to·bio·graaf
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | autobiograaf | autobiografen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de autobiograaf m
- iemand die zijn eigen levensverhaal of een deel daarvan beschrijft
- ▸ Op Twitter beschrijft hij zichzelf als een heilige geestelijke, filantroop, veelzijdig zanger en sporter, filmregisseur, acteur, artistiek leider, dirigent, (tekst)schrijver, autobiograaf en cameraregisseur.[2]
Verwante begrippen
- autobiografie
- mannelijke vorm van autobiografe
Gangbaarheid
- Het woord autobiograaf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Rellen na veroordeling van 'goeroe van de bling': wie is deze man?” (Vrijdag 25 augustus 2017, 22:30), NOS