authenticiteit

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • au·then·ti·ci·teit
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord authenticiteit authenticiteiten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

authenticiteit v [1]

  1. het authentiek zijn
  2. (filosofie) de mate waarin iemand trouw is aan zijn eigen persoonlijkheid, geest, of karakter, ondanks externe impulsen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen