audiovisueel
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- au·dio·vi·su·eel
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘op het gehoor en oog werkend’ voor het eerst aangetroffen in 1961 [1]
- afgeleid van visueel (zichtbaar) met het voorvoegsel audio-
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | audiovisueel | audiovisueler | audiovisueelst |
verbogen | audiovisuele | audiovisuelere | audiovisueelste |
partitief | audiovisueels | audiovisuelers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
audiovisueel
- zichtbaar en hoorbaar
- We willen dit op audiovisuele wijze weergeven.
- (media) met geluid én met beeld
- ▸ ‘Ik werk bij een audiovisueel productiebedrijf dat onder meer tv-commercials maakt. Veel bedrijven zeggen deze dagen hun shoots bij ons af. Maar het werk dat vandaag moet gebeuren, kon niet thuis worden gedaan. Ik hoorde gisteren überhaupt pas laat van de genomen maatregelen. Ik had tot laat gewerkt en daarna waren we gaan eten met collega’s.[2]
Verwante begrippen
Vertalingen
1. zichtbaar en hoorbaar
Gangbaarheid
- Het woord audiovisueel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "audiovisueel" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ "audiovisueel" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑
Weblink bron Charlotte Huisman “Wie neemt er nog de trein op een stil Utrecht Centraal?” (13 maart 2020), de Volkskrant
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden met artikelreferenties
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 12
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Voorvoegsel audio- in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Media in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 98 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %