audiochatten/vervoeging

vervoeging van de bedrijvende vorm van audiochatten
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		audiochatten			te audiochatten
	toekomend		zullen audiochatten			te zullen audiochatten
voltooid	tegenwoordig		geaudiochat			te geaudiochat
	toekomend		geaudiochat zullen			geaudiochat te zullen
	onvoltooid deelwoord		voltooid deelwoord			gebiedende wijs		aanvoegende wijs
	audiochattend		geaudiochat			ev. audiochat	mv. verouderd audiochat	audiochatte
aantonende wijs	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij, ge	hij, zij, het	wij, we	jullie	zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.)	audiochat	audiochat	audiochat	audiochat	audiochat	audiochatten	audiochatten	audiochatten
verleden (o.v.t.)	audiochatte	audiochatte	audiochatte	audiochatte	audiochatte	audiochatten	audiochatten	audiochatten
toekomend (o.t.t.t.)	zal audiochatten	zult/zal audiochatten	zult/zal audiochatten	zult audiochatten	zal audiochatten	zullen audiochatten	zullen audiochatten	zullen audiochatten
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou audiochatten	zou audiochatten	zou(dt) audiochatten	zoudt audiochatten	zou audiochatten	zouden audiochatten	zouden audiochatten	zouden audiochatten
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij