attaqueert
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: attaqueert (hulp, bestand)
Woordafbreking
- at·ta·queert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
attaqueren |
attaqueert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van attaqueren
- Jij attaqueert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van attaqueren
- Hij attaqueert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van attaqueren
- Attaqueert!