atletiekcarrière
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- at·le·tiek·car·ri·è·re
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van atletiek zn en carrière zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | atletiekcarrière | atletiekcarrières |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (sport) loopbaan als atleet
- ▸ Sprinter Patrick van Luijk zet zaterdagavond een punt achter zijn atletiekcarrière. De atleet loopt bij de Phanos Indoor in Amsterdam zijn laatste wedstrijd.[1]
- ▸ Polsstokhoogspringer Rens Blom heeft woensdagavond op het plein voor de Dom in het Duitse Aken zijn atletiekcarrière beëindigd met een sprong over vijf meter, zijn aanvangshoogte.[2]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord atletiekcarrière staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Sprinter Patrick van Luijk stopt ermee” (Zaterdag 13 januari 2018, 11:51), NOS
- ↑ Weblink bron “Blom neemt afscheid in Aken” (Woensdag 3 september 2014, 22:29), NOS