atletiekcarrière

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • at·le·tiek·car·ri·è·re
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord atletiekcarrière atletiekcarrières
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de atletiekcarrièrev / m

  1. (sport) loopbaan als atleet
     Sprinter Patrick van Luijk zet zaterdagavond een punt achter zijn atletiekcarrière. De atleet loopt bij de Phanos Indoor in Amsterdam zijn laatste wedstrijd.[1]
     Polsstokhoogspringer Rens Blom heeft woensdagavond op het plein voor de Dom in het Duitse Aken zijn atletiekcarrière beëindigd met een sprong over vijf meter, zijn aanvangshoogte.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 26 februari 2023 Weblink bron “Sprinter Patrick van Luijk stopt ermee” (Zaterdag 13 januari 2018, 11:51), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 26 februari 2023 Weblink bron “Blom neemt afscheid in Aken” (Woensdag 3 september 2014, 22:29), NOS