asyndeton
Uiterlijk
- asyn·de·ton
- Leenwoord uit het Grieks, in de betekenis van ‘zinsverband zonder voegwoorden’ voor het eerst aangetroffen in 1552 [1]
- afgeleid van het Griekse 'sundetos' (samengebonden) met het voorvoegsel a- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | asyndeton | asyndeta |
verkleinwoord | - | - |
- (taalkunde) zinsverband zonder voegwoorden
- Het woord asyndeton staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "asyndeton" herkend door:
15 % | van de Nederlanders; |
28 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "asyndeton" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ asyndeton op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- WikiWoordenboek:Pagina's die ISBN magische koppelingen gebruiken
- Voorvoegsel a- in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Taalkunde in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 15 %
- Prevalentie Vlaanderen 28 %