astronoom
Uiterlijk
- as·tro·noom
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | astronoom | astronomen |
| verkleinwoord | astronoompje | astronoompjes |
de astronoom m
- (beroep) een wetenschapper die zich bezig houdt met de astronomie of sterrenkunde
- ▸ 'Dankzij onderzoek aan deze radioflitsen kunnen we straks de materieverdeling in het heelal beter in kaart brengen,' zegt astronoom Jason Hessels van de Universiteit van Amsterdam.[1]
- ▸ Jacob kijkt van de een naar de ander, als een astronoom die drie sterren bekijkt en hun felle licht bestudeert om hun constellatie te construeren.[2]
- Het woord astronoom staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "astronoom" herkend door:
| 100 % | van de Nederlanders; |
| 98 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ “Nieuws uit de kosmos” (2024), Fontaine Uitgevers
, ISBN 9789464043075 - ↑ Jessie Burton vert. Mieke Trouw-Luyckx“Het huis aan de Herengracht” (2022), Luitingh-Sijthoff
, ISBN 9789024586332 - ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Voorvoegsel astro- in het Nederlands
- Achtervoegsel -noom in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Beroep in het Nederlands
- WikiWoordenboek:Pagina's die ISBN magische koppelingen gebruiken
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %