assimilatie

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • as·si·mi·la·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord assimilatie assimilaties
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de assimilatiev

  1. (taalkunde) gehele of gedeeltelijke gelijkwording van twee aangrenzende of naburige klanken
  2. (biologie) proces van omzetting van voedingsstoffen in organisch weefsel
  3. (sociologie) geleidelijk helemaal opgaan in een nieuw milieu van individuen en groepen
  4. (psychologie) in de jungiaanse psychologie de integratie van onbewuste inhouden in het bewustzijn door middel van actieve verbeelding
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

95 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen