askruisje

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • as·kruis·je

Zelfstandig naamwoord

het askruisjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord askruis

Gangbaarheid

85 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be