askegel

Nederlands

Sigaretten met askegel

Uitspraak

• Geluid:  askegel    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• as·ke·gel

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  as zn  en  kegel zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	askegel	askegels
verkleinwoord	askegeltje	askegeltjes

Zelfstandig naamwoord

de askegel m

1. verbrand stuk sigaar of sigaret dat nog niet van de sigaar of sigaret is gevallen

   • Hockney houdt zijn sigaret omhoog, de askegel valt op de grond. ‘Heeft iemand een asbak voor David?’  

Gangbaarheid

• Het woord askegel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "askegel" herkend door:

75 %	van de Nederlanders;
74 %	van de Vlamingen.