asielzaak

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • asiel·zaak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord asielzaak asielzaken
verkleinwoord asielzaakje asielzaakjes

Zelfstandig naamwoord

de asielzaakv / m

  1. (juridisch) rechtszaak waarin beslist wordt op iemand wel of geen recht heeft op opvang omdat hij of zij in zijn eigen land niet veilig is
     Staatssecretaris Mark Harbers (VVD) is deze week ondergedoken vanwege ernstige bedreigingen rond de asielzaak van de Armeense tieners Lili en Howick. Dat bevestigen bronnen in Den Haag na berichtgeving in De Telegraaf.[1]
     De kinderen, op dat moment omgedoopt tot onbegeleide minderjarige vreemdelingen, gaan naar een speciaal detentiecentrum. Vandaar worden ze, onder verantwoordelijkheid van het ministerie van Volksgezondheid, binnen drie dagen naar een opvangadres gebracht. Daar moeten ze wachten, weken of maanden, totdat er een familielid of pleegouder is gevonden die hun onderdak kan bieden zolang hun asielzaak nog niet door de rechter is beslecht.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 18 juni 2022 Weblink bron “Staatssecretaris Harbers ondergedoken vanwege bedreigingen” (09-09-2018), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 18 juni 2022 Weblink bron “Trump is voor migranten veel strenger dan zijn voorgangers” (20-06-2018), NOS