asielstatus

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • asiel·sta·tus
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord asielstatus asielstatussen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de asielstatusm

  1. (juridisch) officiële erkenning dat iemand recht heeft op bescherming als vluchteling in het kader van het asielrecht
     Het gaat om vluchtelingen die via herbevestiging naar Nederland komen. Ze komen niet in een noodopvang, omdat ze al een asielstatus hebben. "De UNHCR heeft ze gedetecteerd als kwetsbare vluchtelingen."[1]
     "In de huidige situatie mogen vluchtelingen pas met taalonderwijs starten als ze een asielstatus hebben. Door de opgelopen wachttijden zitten mensen nu maanden op hun handen voor ze kunnen beginnen met het leren van de taal", aldus Pechtold. Hij hoopt dat vluchtelingen sneller een baan zullen vinden, door 75 miljoen euro te investeren in taalonderwijs.[2]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 21 januari 2023 Weblink bron “'Garandeer eerst veiligheid immigranten, en stuur ze dan pas terug'” (Maandag 4 april 2016, 09:06), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 21 januari 2023 Weblink bron “D66 en ChristenUnie focussen op onderwijs” (Woensdag 21 september 2016, 11:47), NOS