asblond

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

asblond haar
Uitspraak
Woordafbreking
  • as·blond
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen asblond asblonder asblondst
verbogen asblonde asblondere asblondste
partitief asblonds asblonders -

Bijvoeglijk naamwoord

asblond [1]

  1. grijsachtig, licht blond meestal van haar
    • Roths woede schittert ook in zijn onlangs opnieuw vertaalde Beichte eines mörders, erzählt in einer Nacht. Deze roman, die nog niets aan kracht heeft ingeboet, laat zien waartoe een mens in staat is als hij boos is, echt boos. Het boek begint in een restaurant voor Russische emigranten, waar even voor middernacht de verteller een slaapmutsje komt halen. Aan de toog roddelen twee Russen met de kastelein over een andere gast, een grote, asblonde kerel, die in het etablissement lijkt te wonen. ‘Waarom is onze moordenaar vandaag zo somber?’ vraagt een van hen. De verteller mengt zich nu ook in het gesprek, waarop de asblonde reus zich omdraait en zich voorstelt als Semjon Semjonovitsj Goloebtsjik, voormalig agent van de tsaristische geheime politie. Goloebtsjik (Russisch voor ‘duifje’) doet vervolgens zijn relaas. Het levert een raamvertelling op met veel typerende Roth-elementen.[2] 
    • Koperrood met een goudblonde bovenlaag, asblonde pieken, driehoekig met pijpekrullen: de haarmode gaat alle kanten op deze zomer. Ook van de rafelige look en het opzettelijk mislukte kapsel zal niemand gek opkijken.[3]  
Vertalingen

Gangbaarheid

89 % van de Nederlanders;
85 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Michel Krielaars 22 december 2016
  3. NRC Edith Schoots 9 april 1998
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be