arrivisme
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ar·ri·vis·me
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | arrivisme | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het arrivisme o
- het streven om hoe dan ook vooruit te komen
- de overtuiging dat men het hoogste bereikt heeft, zelfingenomenheid
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord arrivisme staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "arrivisme" herkend door:
36 % | van de Nederlanders; |
48 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be