arrenslee

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ar·ren·slee
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘door paarden over sneeuw voortgetrokken slee’ voor het eerst aangetroffen in 1740 [1]
  • Door eferesis van een eerdere vorm narrenslee, een samenstelling van nar en slee met het invoegsel -en-.[2]
enkelvoud meervoud
naamwoord arrenslee arrensleeën
verkleinwoord arrensleetje arrensleetjes

Zelfstandig naamwoord

de arrensleev / m

  1. (verkeer) door trekdieren voortbewogen slee waarmee men over de sneeuw of het ijs rijdt
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen