arrangere

Uit WikiWoordenboek

Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • ar·ran·ge·re
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Franse "à rangere".
  • Noors werkwoord met het achtervoegsel -ere.
Naar frequentie 7215
vervoeging
onbepaalde wijs arrangere
tegenwoordige tijd arrangerer
verleden tijd arrangerete
voltooid
deelwoord
arrangert
onvoltooid
deelwoord
arrangerende
lijdende vorm arrangeres
gebiedende wijs arranger
vervoegingsklasse Klasse 2 zwak
opmerking

Werkwoord

arrangere

  1. overgankelijk arrangeren, bewerkstelligen, organiseren
  2. overgankelijk op touw zetten, overeenkomen
  3. overgankelijk neerzetten, opstellen
  4. overgankelijk veinzen
Synoniemen
Typische woordcombinaties
  • [1]: arrangere en kongress
een congres organiseren
  • [3]: arrangere møblene i et rom
meubilair in een ruimte opstellen


Nynorsk

Uitspraak
Woordafbreking
  • ar·ran·ge·re
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Franse "à rangere".
  • Nynorsk werkwoord met het achtervoegsel -ere.
vervoeging
onbepaalde wijs arrangere
arrangera
tegenwoordige tijd arrangerer
verleden tijd arrangerte
voltooid
deelwoord
arrangert
onvoltooid
deelwoord
arrangerande
lijdende vorm arrangerast
gebiedende wijs arranger
vervoegingsklasse Klasse 2 zwak
opmerking

Werkwoord

arrangere

  1. overgankelijk arrangeren, bewerkstelligen, organiseren
  2. overgankelijk op touw zetten, overeenkomen
  3. overgankelijk neerzetten, opstellen
  4. overgankelijk veinzen
Synoniemen