aronskelkfamilie
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- arons·kelk·fa·mi·lie
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van aronskelk zn en familie zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aronskelkfamilie | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de aronskelkfamilie v
- (bloemplanten) een familie Araceae van eenzaadlobbige planten. Ze zijn opvallend, en daarmee populair, door hun bloeiwijze. De bloemen zelf zijn onooglijk en zijn verzameld op een vlezige aar (spadix), maar het begeleide schutblad (spatha) is vaak aantrekkelijk gekleurd (of spierwit) en trekt dan sterk de aandacht. Deze familie bestaat uit enkele duizenden soorten die voorkomen in de tropen (Oude Wereld en Nieuwe Wereld) en noordelijke gematigde klimaatgebieden
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
- anthurium, aronskelk, eendenkroos
- alocasie, Colombiaanse wolffia, drakenwortel, gatenplant, gekapperde kalfsvoet, konjak, lepelplant, moeraslantaarn, mokomoko, olifantenyam, reuzenaronskelk, rimpelgatenplant, slangenwortel, taro, tayer, veelwortelig kroos, watersla, wilde kamina, witte aronskelk, wortelloos kroos
Gangbaarheid
- Het woord 'aronskelkfamilie' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.