arkæologens

Uit WikiWoordenboek

Deens

Uitspraak
Woordafbreking
  • ar·kæo·lo·gens
Woordherkomst en -opbouw
  • Deense zelfstandignaamwoordsvorm met het achtervoegsel -log en met de woorduitgang -ens
Naar frequentie zeldzaam

Zelfstandig naamwoord

arkæologens

  1. genitief bepaald gemeenschappelijk geslacht enkelvoud van arkæolog