arkæolog

Uit WikiWoordenboek

Deens

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˌɑːkεoˈloˀ /, / ˌɑːkeoˈloˀ /
Woordafbreking
  • ar·keo·log
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van de Griekse woorden ἀρχαῖος ('archaios' = oud) en λόγος ('lógos' = leer)
  • Deens zelfstandig naamwoord met het achtervoegsel -log
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   arkæolog     arkæologen     arkæologer     arkæologerne  
genitief   arkæologs     arkæologens     arkæologers     arkæologernes  

Zelfstandig naamwoord

arkæolog, m

  1. (archeologie), (beroep) archeoloog, archeologe, oudheidkundige
    «En arkæolog er en kender af læren om oldtidens kultur.»
    Een archeoloog is een kenner van de wetenschap van de oude cultuur.
    «Han er arkæolog og tilbringer det meste af sin tid i bjergene uden nogen moderne bekvemmeligheder.»
    Hij is archeoloog en brengt het grootste deel van zijn tijd door in de bergen zonder moderne gemakken.
Synoniemen
Hyperoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen

Verwijzingen