architektuur

Uit WikiWoordenboek

Nedersaksisch

Zelfstandig naamwoord

architektuur

  1. (kunst) architectuur; de bouwstijl van een gebouw, bouwstijl
  2. (bouwkunde)(wetenschap)(techniek) architectuur; de kunst en de leer van het ontwerpen en uitvoeren van bouwwerken, bouwkunst
  3. (wetenschap)(techniek) architectuur; conceptuele structuur en het functionele gedrag van computersystemen, systeemprogramma's en andere systemen of de beschrijving daarvan

Meer informatie


Stellingwerfs

Zelfstandig naamwoord

architektuur

  1. (kunst) architectuur; de bouwstijl van een gebouw, bouwstijl
  2. (bouwkunde)(wetenschap)(techniek) architectuur; de kunst en de leer van het ontwerpen en uitvoeren van bouwwerken, bouwkunst
  3. (wetenschap)(techniek) architectuur; conceptuele structuur en het functionele gedrag van computersystemen, systeemprogramma's en andere systemen of de beschrijving daarvan

Meer informatie