architectuurprijs

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ar·chi·tec·tuur·prijs
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord architectuurprijs architectuurprijzen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de architectuurprijsm

  1. (bouwkunde) prijs voor een uitzonderlijk goede bouwkundige prestatie die aan een architect wordt uitgereikt
     Het nieuwe gebouw won vorig jaar nog een architectuurprijs. Het oude ministerie gaat opnieuw gebruikt worden door de Eerste en Tweede Kamer, omdat de gebouwen aan het Binnenhof een grootschalige renovatie te wachten staat. Het Binnenhof wordt vanaf 2020 in één keer gerenoveerd.[1]
     Gerenoveerde Bijlmerflat wint Europese architectuurprijs[2]
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 21 februari 2023 Weblink bron “Ambtenaren ministeries boos over nieuw pand: geen privacy en te weinig plek” (Woensdag 13 juni 2018, 11:19), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 21 februari 2023 Weblink bron “Gerenoveerde Bijlmerflat wint Europese architectuurprijs” (Vrijdag 12 mei 2017, 13:29), NOS