arbeidsveld
Uiterlijk
- Geluid: arbeidsveld (hulp, bestand)
- ar·beids·veld
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | arbeidsveld | arbeidsvelden |
verkleinwoord |
het arbeidsveld o
- terrein waarop men werkzaam is
- ▸ Voor Konstantin Levin was het leven op het land goed, omdat het zijn arbeidsveld was en hij er zonder twijfel nuttig werk verrichtte.[2]
- ▸ De gewoonte om wekelijks wat weg te leggen voor Christus is zeer prijzenswaardig. Kweek haar aan, jongemannen die zojuist voor uzelf een zaak bent begonnen; en ook jullie, beste vrouwen, help je mannen om dit te doen. Jongemannen die kantoorbedienden bent en een vast inkomen hebt, maak dit tot een vast onderdeel van je wekelijks werk, en laat een gedeelte van de gewijde buit naar het buitenlandse arbeidsveld van de Heere gaan.[3]
1. terrein waarop men werkzaam is
- Het woord arbeidsveld staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Anna Karenina” (1877), G.A. van Oorschot , ISBN 9789028276062
- ↑ Weblink bron C. H. Spurgeon“Tienden geven” (2 augustus 2021), Reformatorisch Dagblad