arbeidstekort
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ar·beids·te·kort
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | arbeidstekort | arbeidstekorten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het arbeidstekort o
- (economie) te weinig mensen die vacatures kunnen opvullen
- ▸ Bovendien heeft het VK sinds 2011 geen nationale identiteitskaart meer en kent de flexibele Britse arbeidsmarkt maar weinig beperkende regels om aan het werk te gaan én is er een arbeidstekort. Hierdoor kunnen migranten relatief makkelijk aan het werk.[1]
- ▸ Het Verenigd Koninkrijk kampt met grote arbeidstekorten. Tijdens de pandemie zijn honderdduizenden Europese arbeidsmigranten teruggekeerd naar hun land van herkomst, maar door Brexit is het moeilijk om weer op de Britse werkvloer aan de slag te gaan. Verschillende bedrijfstakken hebben inmiddels een brandbrief naar de Britse premier Boris Johnson gestuurd.[2]
Gangbaarheid
- Het woord arbeidstekort staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Chiem Balduk“Bootongeluk Calais was te voorspellen, maar oplossing is er niet” (Donderdag 25 november 2021, 06:45), NOS
- ↑ Weblink bron “Grote werknemerstekorten in Verenigd Koninkrijk door corona en Brexit” (Zondag 11 juli 2021, 17:37), NOS