arbeidscultuur

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ar·beids·cul·tuur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord arbeidscultuur arbeidsculturen
verkleinwoord arbeidscultuurtje arbeidscultuurtjes

Zelfstandig naamwoord

arbeidscultuur v [1]

  1. de manier waarop werkenden met elkaar omgaan op de werkvloer
     In een zaal in Milaan komen tientallen agenten in uniform openlijk bijeen om over homofobie en afwijzing binnen de politiediensten te praten. Het is extra moeilijk wanneer je als politieman of -vrouw uit de kast wilt komen. De arbeidscultuur en de soms harde omgangssfeer binnen de Italiaanse politie helpen je zeker niet, stelt Moro.[2]
  2. de energie die men geacht wordt in zijn werk te steken
     Een medewerker noemt de arbeidscultuur binnen de PVV-fractie "blanke slavernij". Een arbo-arts heeft een van de werknemers wegens "disproportionele druk" arbeidsongeschikt verklaard.[3]
Synoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 12 maart 2023 Weblink bron “Het is nog lang geen 2016 voor Italiaanse homo-agent” (Dinsdag 11 oktober 2016, 12:22), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 12 maart 2023 Weblink bron “PVV ontkent extreme werkdruk medewerkers” (Zaterdag 14 januari 2017, 13:15), NOS